Zomerse tuinbonen risotto

Rijstgerecht dat nooit uit de mode raakt. En dat is niet zo gek, want het is zo lekker!

Risotto is een romig Italiaans rijstgerecht dat meestal wordt gemaakt met Parmezaanse kaas en boter. Je kunt het maken met verschillende soorten vlees, zeevruchten of natuurlijk biologische groenten. En het is altijd heerlijk!

Dit recept voor risotto met tuinbonen is een geweldige manier om wat extra eiwitten en vezels aan het dieet toe te voegen.

Tuinbonen zijn een soort peulvrucht die vaak wordt gebruikt in de Midden-Oosterse en Mediterrane keuken. Ze lijken op elkaar en worden ook wel fava bonen genoemd en hebben een heldere, nootachtige smaak.

In dit recept wordt risottorijst gekookt met de smaak van witte wijn en knoflook, en wordt er Parmezaanse kaas aan toegevoegd

Heerlijk! Seizoensgebonden zomergroenten makkelijk te maken en zit boordevol smaak. Bovendien smaakt het alsof je bij je favoriete Italiaanse restaurant bent!

Ingrediënten:

  • 300 g tuinbonen
  • 1 witte ui en teentjes knoflook naar eigen smaak
  • Olijfolie
  • 120 ml witte wijn
  • 175 g risottorijst
  • 600 ml groentebouillon (2 bouillonblokjes)
  • Snufje chilivlokken
  • Een halve citroen, geraspte schil
  • 50 g Parmezaanse kaas, plus extra voor het serveren
  • Oost Indische Kers

En zo maak ik het:

Haal de tuinbonen uit de peulen.

Breng een pan water aan de kook en voeg de tuinbonen toe. Kook ze 4-5 minuten. Ik proef er meestal eentje op dit punt om te kijken of ze klaar zijn.

Giet af en spoel onder koud water om de bonen snel te laten afkoelen. Haal nu de dop van de tuinbonen door het buitenste omhulsel te verwijderen. Gooi het harde omhulsel weg en laat de goede delen in een kom liggen en bewaar deze apart. Dit is een vervelend proces, maar kan aanzienlijk worden verbeterd door op een zonnige plek in de tuin/balkon te gaan zitten met een glas witte wijn.

Snijd de ui en knoflook. Voeg toe aan een grote pan met 1 el olijfolie. Bak tot ze glazig zijn (hoe langer hoe beter, maar niet bruin worden).

Voeg de risottorijst toe en roer tot de korrels bedekt zijn met de olie. Giet de witte wijn erbij en wacht tot deze volledig door de rijst is opgenomen. Voeg dan wat bouillon toe – het geheim van risotto is om deze beetje bij beetje toe te voegen totdat de bouillon is opgenomen.

Wanneer het grootste deel van de bouillon is toegevoegd, voeg je de chilivlokken en citroenschil toe. Roer en pas kruiden naar wens aan.

Voeg de laatste bouillon toe. Voeg na een paar minuten de Parmezaanse kaas toe. Roer goed tot het volledig gesmolten is. Op dit punt moet de risotto dik en romig aanvoelen, maar niet droog.

Voeg de tuinbonen toe aan het mengsel en roer. Let op dat u de tuinbonen niet plet terwijl je mengt. Haal van het vuur en serveer. Versier de bovenkant van de risotto met Oost Indische Kers en schaafsel van Parmezaanse kaas.  Het is superlekker.

Net terug van je vakantie in Italië? Ik heb nog een leuk souvenirtje voor je.

Als Italianen iets lekker kunnen dan is het wel het maken van lekkere snelle hapjes. De sfoglia ripiena is er daar één van, sfoglia komt van pasta sfoglia, dit is bladerdeeg en ripiena betekent gevuld.

Gevuld bladerdeeg met groenten is een perfecte lunch, maar als borrel hapje of voorgerecht verras je ook iedereen.

Het leuke van dit makkelijke recept is dat je al je favoriete smaken erin kunt gebruiken. Dus de ingrediënten hier zijn slechts mijn suggestie. Je kan er alle kanten mee uit, vullen met hetgeen je in huis hebt, het kan met vis, kip, gehakt, spekje, ham. En met welke groentjes dan ook, vandaag lekker veel biologische groenten en kruiden uit eigen tuin.

Bladerdeeg heeft natuurlijk wel wat calorieën dus geven de veggies een soort van balans haha. Deze bladerdeeg hapjes zijn gevuld met een ricotta, spinazie, courgette, wortel, knoflook paprika en aubergine. De laagjes hoeven niet perfect gevouwen te worden want wanneer ze uit de oven komen mag het er wel een beetje rustiek uitzien.

Enkele suggesties voor andere vullingen zijn met proscuitto, pesto, tomaat en kaas smaakt ook zalig. Of die met rode biet, peer, hazelnoot en geitenkaas!

Groentevulling

  • courgette
  • spinazie
  • aubergine
  • rode paprika
  • ui
  • knoflook
  • wortel
  • peper en zout

En verder

  • ricotta kaas
  • filodeeg 
  • olijfolie
  1. Verwarm de oven voor op 200 graden (elektrisch) / 180 graden (hetelucht).
  2. Laat de spinazie in een klein beetje olijfolie in een koekenpan slinken. Laat iets afkoelen, doe het samen met de ricotta en geitenkaas en mix tot er een glad mengsel ontstaat. Breng verder op smaak met zout en peper. Zet even apart.
  3. Snijd alle groenten voor de vulling klein en roerbak deze met wat olie beetgaar, dep eventueel voorzichtig droog met keukenpapier dan wordt het bladerdeeg niet te nat.
  4. Haal het deeg uit de koelkast en prik met een vork gaatjes het midden. Besmeer het midden met het ricotta spinazie mengsel en doe een schepje met de andere groenten mengsel erop. Smeer de randen in met losgeklopt ei en vouw het geheel, druk de randen goed dicht
  5. Smeer ook de bovenkant in met ei en bak de bladerdeegpakketjes volgens de gebruiksaanwijzing 20-25 minuten goudbruin en knapperig in de oven. Verlaag de oven met 10 graden voor een mooier resultaat.

Garneer met verse kruiden lekker met walnoten en extra verkruimelde geitenkaas Bestrooi voor wat extra pit met wat chillivlokken.

Hoe bewaar je gedroogde kruiden?

Verse kruiden zijn heerlijk. Even naar je kruidentuintje lopen en zo het gerecht in. Wanneer je de kruiden zelf kweekt dan weet je zeker dat de kruiden die op je bord belanden zonder giftige bestrijdingsmiddelen zijn gekweekt. Eén van de voordelen van een moestuin is dat je veel minder kruiden hoeft te kopen. Ze staan immers vers in de tuin en lekkerder en beter kan je ze niet eten. Verse tuinkruiden kunnen van de lente tot de herfst vers worden geoogst en gebruikt. Natuurlijk eet je ze het liefst vers maar om in de winter ook kruiden tot je beschikking te hebben kan je ze ook drogen en bewaren. Als de kruiden droog zijn, dat merk je aan het feit dat de kruiden gemakkelijk tussen je vingers ritselen en verkruimelen, kun je ze met je handen grof hakken en bewaren in een luchtdichte theebus of pot met schroefdop. Het is belangrijk dat de kruiden echt helemaal droog zijn om schimmelgroei te voorkomen. Kruiden drogen kan in een voedseldroger maar ik doe dit altijd in de oven. Met restwarmte! Na gebruik van de oven blijft er altijd genoeg restwarmte over. Normaal zet ik na gebruik de ovendeur open zodat de warmte de keuken in komt. Maar je kan deze restwarmte ook gebruiken om je kruiden te drogen. Om lang te kunnen profiteren van de geur en geneeskracht van de planten is het belangrijk om de gedroogde kruiden goed te bewaren.


Welke kruiden kan je het beste drogen?

  • Basilicum
  • Dille
  • Dragon
  • Lavas
  • Oregano
  • Rozemarijn
  • Tijm
  • Citroenmelisse

Werkwijze:

  1. Was de kruiden of liever schudt ze schoon zodat er geen zand of beestjes meer in zitten.
  2. Leg een vel bakpapier op een bakblik of rooster met daarop de kruiden. Bakpapier kan je overigens vele keren gebruiken en hoef je echt niet na één keer weg te gooien.
  3. Verdeel de kruiden zodat ze niet op elkaar liggen, dit versnelt het droogproces.
  4. Houd een ovenwarmte aan van 200 graden. Laat de oven eerst afkoelen als de temperatuur voor je gerecht hoger was.
  5. Laat de kruiden in de oven staan tot deze is afgekoeld.
  6. Rits de kruiden van de takjes af en gooi deze op de composthoop. Door het een scherpe vouw in het bakpapier te maken giet je ze zo in een potje of zakje. Gebruik eventueel een trechter.

 

Kruiden drogen zonder oven of voedseldroger, dat kan ook gewoon in de openlucht.

Luchtdrogend, bij veel kruiden die niet veel water bevatten, volstaat het om ze op een theedoek uit te spreiden en in de frisse lucht te laten drogen. Dit werkt het beste buiten op warme dagen. Zorg er echter voor dat de kruiden niet worden blootgesteld aan direct zonlicht, omdat ze hierdoor veel van hun actieve ingrediënten verliezen afdekken met vitrage helpt goed. Draai de kruiden ook af en toe om. Kies een warme plek om de kruiden te drogen, bijvoorbeeld op het platte dak van de schuur, tuinhuis of aanbouw. Niet vergeten dat je ze daar gelegd hebt en bij regen binnenhalen natuurlijk.

Wat als de kruiden niet droog zijn?

Meestal zijn grove kruiden zoals rozemarijn of met wat vettige blaadjes zoals basilicum nog niet droog genoeg. Daarom plan ik bij voorkeur twee dagen achter elkaar een gerecht uit de oven zodat de kruiden meerdere dagen achter elkaar kunnen drogen. Je kan natuurlijk ook de oven even aan zetten om op te warmen en dan gelijk weer uit.

Tips:

  • Oogst de kruiden op de dag dat je een ovengerecht hebt gepland. Bij voorkeur zo kort mogelijk van te voren.
  •  Zet de bakblikken met kruiden van te voren klaar zodat het gelijk de oven in kan als je gerecht eruit komt.
  • Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van de restwarmte door zoveel mogelijk tegelijk te drogen, dat wil zeggen op meerdere bakblikken en roosters.

Bewaren

Bewaren kan het beste in een glazen potje op een donkere plaats. Opgeslagen in luchtdichte potten zijn de gedroogde kruiden minstens een jaar houdbaar, en meestal veel langer. Om de kleur en het aroma lang te behouden, kunnen de kruiden het beste uit direct zonlicht worden bewaard .

Het is ook mogelijk om de kruiden in te vriezen om ze te bewaren. Hierdoor blijven de kleur en het aroma lang behouden en smaken ze bijna als vers geoogst.

Drogen in bundels Een andere optie is om kruiden te drogen door bundels op te hangen. Hiervoor worden de kruiden in een vingerdik boeket gebonden en met losse tussenpozen ondersteboven gehangen aan een hangplank of een speciale kruidenmand voor aan het plafond . Het is het beste om elastiekjes te gebruiken in plaats van koorden. Omdat ze samentrekken als de kruiden door uitdroging volume verliezen en voorkomen dat de kruiden eruit glijden. Ideale plaatsen voor deze variant zijn zolders en overdekte tuinhuizen. Het moet luchtig, donker en droog zijn om zoveel mogelijk smaak te behouden. Deze variant is met name geschikt voor kruiden die slechts een laag watergehalte hebben, zoals lavendel , salie of rozemarijn . Maar ik heb ook goede ervaringen met sint- janskruid , bijvoet en moederkruid . Waterige planten (bijv. dovenetels en brandnetels ) zijn niet geschikt voor deze methode omdat de stengels en bladeren zo dicht opeengepakt zijn in de bundel dat er snel rot kan optreden.

Gedroogde kruiden bewaren Als je kruiden ritselen als je ze aanraakt, zijn ze helemaal droog. Daarna kun je ze met een schaar in stukjes hakken en in papieren zakken of andere potjes bewaren. Zorg ervoor dat ze echt droog zijn, anders kan er snel schimmel ontstaan, zeker als ze in glazen potten worden bewaard.

Recept Appelchutney

Maak van vers geoogste appels deze heerlijke appelchutney. Lekker bij een hartige taart of een Indiase curry, ook leuk om cadeau te geven

Het maken van appelchutney is niet heel veel werk maar het is wel heel leuk om te doen. En als je dan toch bezig bent maak je direct een paar potjes extra zodat je een potje eigengemaakte appelchutney cadeau kunt geven aan vrienden. Echt origineler dan het bekende bosje bloemen. 

Verse appels verwerken

In het seizoen half augustus tot half maart kun je natuurlijk happen, maar je kunt er ook in de keuken mee aan de slag. Van appeltaarten tot zelfgemaakte appelmoes. Eigengemaakte appelchutney is ook echt een aanrader. De appels krijgen in dit recept veel smaak mee door de verschillende specerijen. Gebruik hiervoor gewoon de appels die jij lekker vindt.

Appels zijn vaak voordeliger als je grotere hoeveelheden koopt. Een schaaltje met daarop 6 appels is in verhouding veel duurder dan een grote zak vol biologische appels. Het is natuurlijk nog leuker als je appels langs de weg koopt. In het seizoen vind je overal langs de weg wel kraampjes waar appels aangeboden worden. Maar een appel moet ook knapperig en sappig blijven. De appels die je dus niet even tussendoor opeet, kun je dan heel goed verwerken in zo’n heerlijke eigengemaakte appelchutney.

Maak de appelchutney wel op tijd. Vooral als je deze cadeau wilt geven. Chutneys winnen altijd aan smaak als je ze een tijdje laat staan. Je kunt deze lekkernij heel goed serveren bij een blokje kaas. Dat is origineler en lekkerder dan weer de standaard honing mosterd dressing die vaak bij kaas geserveerd wordt. Probeer de eigengemaakte appelchutney ook maar eens op een toastje of een stukje geroosterd brood met een plakje kaas. Waar je misschien niet zo snel aan denkt, is dat je deze chutney ook heel goed kunt combineren met zuurkool.

Zo simpel is het:

Door de lengte van de ingrediëntenlijst lijkt dit een hele klus. Als je goed kijkt, zie je dat we aan de appels vooral specerijen toevoegen. Niet de meest bijzondere specerijen, maar juist de specerijen die fijn zijn om in je keukenkastje te hebben staan. Even afwegen en klaarzetten en in een mum van tijd staat jouw pannetje met appelchutney te pruttelen. Dat moet wel even pruttelen, maar de geuren in je huis zijn dan ook fantastisch.

Schil de appels en verwijder het klokkenhuis van de appels. Snijd de appels en uien in stukjes. Mix alle ingrediënten en zet in een pan op het vuur. Laat het geheel zo’n 30-45 minuten sudderen. Let er wel op dat je af en toe roert. Vul verschillende potten tot de rand met de chutney en bewaar in een donkere voorraadkast. Lekker bij een hartige taart, Indiase curry of op de boterham met kaas.

Appelchutney: Porties: 2 potjes,  Bereidingstijd: 165 minuten, 

INGREDIËNTEN VOOR DIT RECEPT

  • 600 gram jonagold appels, geschild en in blokjes gesneden
  • 200 gram rode ui fijn gesneden
  • 2 teentjes knoflook fijngehakt
  • olijfolie
  • 200 gram bruine basterdsuiker
  • 300 ml appelazijn
  • 1 kaneelstokje
  • 2 kardemompeulen, gekneusd
  • 4 kruidnagels
  • 1/2 eetlepel pimentpoeder
  • 2 stuks steranijs
  • 1/2 eetlepel zwart mosterdzaad
  • 1 theelepel chilipoeder
  • stukje verse gember fijngehakt
  • sap van een halve citroen
  • zout en gemalen zwarte peper naar smaak

Appelchutney maak je zo:

  • Doe de steranijs en de kruidnagels in een kruiden-ei of thee-ei. Dit helpt om ze later gemakkelijk te kunnen verwijderen uit de chutney. Je hoeft dan niet te zoeken naar de specerijen in het donkere brouwsel dat de chutney gaat vormen.
  • Fruit de ui en de knoflook even aan in de olijfolie, totdat de ui glazig ziet. Voeg dan de appel toe en laat die even meebakken. Doe dan de rest van de ingrediënten in de pan en breng het geheel al roerend, langzaam aan de kook, tot de suiker oplost. Laat alles twee en een half uur zachtjes koken, tot een dikke saus. Haal het kaneelstokje en het kruiden-ei uit de pan, schep de hete chutney in gesteriliseerde potjes en schroef ze dicht. Je kunt de eigengemaakte appelchutney lang bewaren.

Succes met het maken en snoep verstandig eet een appel.

Wortel paprikasalade met Hosta

Volgens mij vinden we het allemaal leuk om familie of vrienden tijdens een etentje te verrassen. Met deze salade gaat dat zeker lukken! De basis is een rauwkostsalade. De toevoeging van Hosta is misschien uitdagend, maar echt verrassend fris en lekker. Heerlijk met een yoghurtdressing.

Hosta, ook wel hartlelie genaamd, wordt in Japan al heel lang gegeten. Alles van deze plant is eetbaar. De bladeren worden daar gewoon in de winkel verkocht. Dus hoog tijd dat wij het ook eens proberen.

De ingrediënten voor de salade (2 personen)

  • 75 gram geraspte worteltjes
  • 1 hele paprika klein gesneden
  • 150 gram fijngesneden spitskool
  • 1 appel klein gesneden
  • 5 abrikozen in partjes gesneden
  • 50 gram geroosterde cashewnoten
  • 2 eetlepels mayonaise
  • 2 eetlepels yoghurt
  • 1 eetlepel citroensap
  • 1/2 eetlepel vloeibare honing
  • versgemalen peper en zout
  • enkele verse hostablaadjes
  • wat eetbare bloemetjes

Zo maak je het

Meng de geraspte en fijngesneden groenten en fruit door elkaar. Doe dan alle ingrediënten voor de dressing in een kom en klop goed door. Breng op smaak met versgemalen peper en zout. Giet dit uit over de salade en schep voorzichtig om. Voeg de cashewnoten, Hosta blaadjes en eetbare bloemetjes aan de salade toe.

Geniet ervan!

Bloemige fruitmandjes

Aardbeien kan je eigenlijk het hele jaar wel kopen, maar niets lekkerder dan van de koude grond. In aanloop naar dit seizoen een heerlijk recept; bloemige fruitmandjes met een zachte vanilleroom, vers fruit, wat blaadjes mint en natuurlijk niet te vergeten, wat eetbare biologische bloemetjes van het seizoen. De bloemetjes van het Vergeet-mij-nietje en Borage matchen mooi bij dit fruit.

De ingrediënten voor 4 fruitmandjes

  • 4 plakjes bladerdeeg
  • 1 vrij-uitloop ei
  • 1 eetlepel boter
  • 1 eetlepel bloem
  • 4 theelepels grove suiker
  • 12 kleine aardbeitjes
  • 20 blauwe bessen
  • Blaadjes verse munt en biologische eetbare bloemetjes van het seizoen

De ingrediënten voor de vanilleroom

  • 200 ml melk
  • 4 eidooiers
  • 50 gram fijne kristalsuiker
  • 1 eetlepel vanille-extract
  • 1 eetlepel Maizena

Zo maak je het

Je begint met de vanilleroom zodat deze af kan koelen. Verwarm de melk samen met het vanille-extract. Breng langzaam aan de kook.

Splits ondertussen de eieren en klop het eigeel los. Voeg de suiker en Maizena toe. Meng alles goed door elkaar tot een glad papje.

Haal de melk van het vuur en roer het eimengsel beetje bij beetje toe aan de melk, zodat een mooi romig mengsel ontstaat. Breng dit mengsel voorzichtig opnieuw aan de kook en laat eventjes doorkoken. De vanilleroom zal hierdoor iets indikken. Haal de room van het vuur en laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 200 °C. Laat de plakjes bladerdeeg ontdooien. Snijd met een scherp mes uit elk plakje bladerdeeg een cirkel. Klop het ei los en bestrijk hiermee de bladerdeegcirkels. Bestrooi elke bladerdeegcirkel met een eetlepel suiker. Neem dan een grote muffinvorm. Deze vorm gebruik je aan de onderzijde om de bladerdeegmandjes te kunnen bakken. Vet deze vorm dus aan de onderzijde in met de boter en strooi er wat bloem over. Drapeer de bladerdeegcirkels over deze kant van de muffinvorm. Bak ze in ca. 20 minuten goudbruin.

Was het fruit en halveer enkele vruchten. Vul de bladerdeegmandjes met de vanilleroom. Verdeel het fruit over de gevulde mandjes en strooi hier wat muntblaadjes en eetbare bloemetjes over. Geniet ervan!

Gezond broodje daslook

De Engelse benaming van daslook, ‘wild garlic’, geeft heel duidelijk de smaak aan van deze mooie en smakelijke plant. Daslook heeft een knoflook- en zelfs ook een beetje een uiensmaak, maar dan wat zachter. Heel fijn om een pesto van te maken, maar zeker ook om rauw aan een salade of zoals aan dit broodje met hummus toe te voegen!

De ingrediënten voor de pesto

  • 100 gr daslook
  • 100 gr extra vierge olijfolie
  • 50 gr pijnboompitten
  • 50 gr Parmezaanse of oude kaas
  • het sap van ½ citroen
  • zout en peper naar smaak (tenminste een ½ theelepel)

De ingrediënten voor de hummus

  • 350 gr gekookte kikkererwten
  • 1 eetlepel extra vierge olijfolie
  • het sap van ½ citroen
  • 1 teentje knoflook
  • 3 eetlepels tahin
  • ½ theelepel zout
  • 5 eetlepels water
  • ½ theelepel paprikapoeder

Extra

  • 4 bruine broodjes
  • 2 tomaten
  • 100 gram kleine champignons
  • olijfolie
  • Wat extra blaadjes daslook voor de garnering

Zo maak je het broodje

De daslook afspoelen en samen met alle genoemde ingrediënten samenbrengen in een blender. Voorzichtig tot de gewenste dikte blenden. Voeg voor een meer vloeibare pesto wat meer olijfolie toe. Dan de hummus. Spoel de kikkererwten af en laat uitlekken. Doe de erwten met alle aangegeven ingrediënten in een blender en pureer tot een gladde hummus. Snijd de tomaten in schijfjes en halveer de champignons. Gril deze kort in wat olijfolie in een koeken- of grillpan. Besmeer de broodjes met de hummus, wat pesto, leg er een groot blad (of wat kleine blaadjes) daslook op en tot slot de gegrilde schijfjes tomaat en champignons. Geniet ervan! PS De pesto van de daslook is in een gesteriliseerde glazen pot een aantal weken in de koelkast houdbaar. Voeg een laagje olijfolie over de daslook pesto toe voor een optimale houdbaarheid. Je zou zelfs een voorraadje in kunnen vriezen!

Witlofsalade met Primula

De Primula of sleutelbloem is een echte vroegbloeier. De naam zegt het al, want het Latijnse woord ‘primus’ betekent eerste. Het is dus één van de eerste planten in de tuin die zijn bloemenpracht zal laten zien. De Primula is niet alleen mooi om te zien, maar ook eetbaar. Zowel de bloemen als de bladeren! De bloemen zijn vooral mooi om een salade te garneren. De smaak van de blaadjes doet denken aan kropsla. De blaadjes zijn een fijne toevoeging aan bijvoorbeeld deze witlofsalade.

De ingrediënten voor 4 personen

  • 4 struikjes witlof
  • 1 friszure appel (bijv. Elstar)
  • 2 wortels (of 1 winterpeen)
  • 100 gr rozijnen
  • 50 gr geroosterde cashewnoten
  • 2 eetlepels (plantaardige) mayonaise
  • versgemalen peper
  • een handvol jonge blaadjes en bloemetjes van de Primula

Zo maak je de salade

Laat de rozijnen wellen in wat water. Schil en rasp de wortels. Snijd de onderkant van de witlofstruikjes. Halveer de struikjes en snijd ze in reepjes. Schil de appel, verwijder het klokhuis en snijd in blokjes. Breng dit alles samen in een grote kom. Voeg 2 eetlepels mayonaise toe en roer goed om. Breng op smaak met versgemalen peper. Verdeel de salade over kleine kommetjes en strooi er wat geroosterde cashewnoten overheen. Garneer tot slot met wat blaadjes en bloemetjes van de Primula. Wil je deze salade eten als maaltijdsalade of lunchgerecht, verdubbel dan de hoeveelheid. Geniet ervan!

Gewokte asperge rode koolsalade met longkruid    

In een wintertuin valt gevlekt of smalbladig Longkruid meteen op. Afhankelijk van de winter komen de groen (witte) puntige bladeren al vroeg op. Met name in deze tijd kan je de jonge uitlopers en blaadjes eten of in een smoothie gebruiken. De plant is familie van de Borage (komkommerkruid) en geeft een licht frisse komkommer lijkende smaak. Heerlijk dus om aan een salade toe te voegen!

Het gaat in deze salade echt om de jonge uitlopers en blaadjes. Mocht het Longkruid ook al wat bloemetjes geven dan kan je deze natuurlijk ook aan de salade toevoegen! De bloemetjes verkleuren prachtig van roze naar violet of blauw.

 De ingrediënten voor 4 personen

  • 1 rode kool
  • 350 gr groene asperges
  • 50 ml balsamico azijn
  • 1,5 el suiker
  • 1,5 tl kaneel
  • olijfolie
  • 100 gr geroosterde noten
  • versgemalen peper en zout
  • een handvol jonge blaadjes Longkruid

Zo maak je de salade Verwijder de buitenste bladeren en de kern van de rode kool. Snijd de kool in vieren. Je kan de kool nu makkelijk in reepjes snijden. Wok de reepjes rode kool met een scheut olijfolie, de balsamico azijn, suiker en kaneel in ca. 15 minuten beetgaar. Ondertussen kan je de groene asperges nadat je het uiteinde hebt verwijderd, in een scheut olijfolie in een minuut of 6 garen. Breng de beide groenten na het bereiden samen. Voeg de geroosterde noten en blaadjes Longkruid toe en breng de salade op smaak met versgemalen peper en zout. Geniet ervan!

Fudgy vegan winter chocolade cake

Viooltjes zijn onmisbaar om een tuin in de winter en het vroege voorjaar toch wat kleur te geven. We weten dat dit vaak de start is voor het verder ontluiken van het voorjaar.  Ondanks het vaak nog koudere weer, waar de viooltjes geen last van lijken te hebben, zijn ze dus een echte voorjaarsbode. Ik vind het daarom heel leuk om deze fudgy en geheel vegan winter cake op te fleuren met de bloemblaadjes van het viooltje!

De ingrediënten voor een medium cake (doorsnede 20 cm)

  • 220 gram zelfrijzend bakmeel
  • 200 gram plantaardige boter
  • 125 gram kristalsuiker
  • 100 ml plantaardige kwark
  • 200 ml plantaardige melk
  • 1 rijpe middelgrote banaan
  • 160 ml appelmoes
  • 50 gram cacao
  • Snuf zout
  • 50 gram witte chocolade
  • 10 ml heet water

Zo maak je de cake

Verwarm de oven voor op 160 °C. Klop de boter en suiker samen totdat de suiker volledig is gemengd. Meng in een andere kom het meel, de cacao en het zout. In een derde kom meng je de kwark en melk.

Klop de banaan en de appelmoes door het botermengsel heen. Meng de helft van het droge mengsel door het beslag, vervolgens de helft van het melkmengsel en herhaal dit totdat je een mooi glad mengsel hebt.

Giet het beslag in de ingevette bakvorm. Bak in 50 tot 60 minuten gaar en check dit met een houten prikker. Laat de cake afkoelen en keer hem dan om op een taartrooster.

Smelt in de tussentijd de witte chocolade au bain-marie. Voeg het hete water toe en blijf goed roeren totdat het volledig opgenomen is. Giet het mengsel uit over de cake. Strooi tot slot wat bloemblaadjes van mooi gekleurde viooltjes over de cake uit. Geniet ervan!

Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
Ontvang 4x per jaar de seizoensupdate van Tasty Blooms